De kleine jongen, spelend in het zand.
Met zijn schepje gooit hij het zand in een plas water.
De plas is groot en diep, het lijkt niet waarschijnlijk dat hij hem helemaal kan vullen.
Dat maakt hem echter niets uit.
Een stem roept zijn naam. Het is zijn moeder. Hij loopt naar haar toe.
De kleine jongen leeft zonder masker, zonder verwachtingen van de dag van morgen, hij leeft gewoon.
Hij is zich nog niet bewust van het scherpe ijzer van de pijlen die op hem af komen.
Pijlen in de vorm van pijn, verdriet, angst en paniek. In al zijn kwetsbaarheid, zonder enige vorm van
fortificatie, wacht hij zijn pijlen op.
In sommige sprookjes staat dat een held een pijl met geheven hoofd tot zich neemt, maar
de kleine jongen deert dit niet. Hij kijkt waar en hoe hij wil kijken wanneer de pijl hem raakt.
De pijl, het symbool voor onverwachte levensgebeurtenissen, vliegt toch te snel om op te kunnen anticiperen.
De kleine jongen lijkt instinctief te beseffen dat vechten of vluchten geen zin heeft.
De pijlen gaan te snel, ze zijn niet te vermijden. Het enige wat je kan doen is de pijl opvangen.
Het kleine lichaam van de jongen doet dit zonder zich schrap te zetten.
Hij groeit op, met nog altijd enkele pijlen in zijn rug. Hij groeit op, speelt, leert.
Af en toe valt hij, om vervolgens weer op te staan.
Bij een enkele val breekt de schacht van een van de pijlen die nog uit zijn lichaam steken.
De pijlpunt blijft achter, de huid erboven groeit dicht.
Pas veel later merkt hij de inmiddels verborgen pijlpunten op, wanneer er op die plek druk uitgeoefend wordt.
Het is dan ook dan, dat de kleine jongen beseft wat het leven inhoudt.
U kunt zich de chaos en pijn voorstellen waarmee de verwijdering van een onderhuidse pijlpunt gepaard gaat.
Met als gereedschap niets anders dan vingers.
Hulp van een ander is hier soms bij noodzakelijk.
Een moeilijke keuze ontstaat; het is of de pijl laten zitten of een ander toelaten.
De kans op extra schade is aanwezig. Misschien drukt die ander de pijl wel dieper.
Verder leert de inmiddels grote jongen dat het verwijderen van pijlen net zo pijnlijk kan zijn als
het incasseren.
Toch is de bevrijding en opluchting na een geslaagde verwijdering
- denk hierbij aan het woord 'doorbraak' in de letterlijke zin van het woord -
met geen pen te beschrijven.
Gewrichten bewegen weer soepel, spieren bollen zich vol vreugde.
Maar waar is de kleine jongen?
Krijgt hij nog zijn aandacht? Of is hij weggestopt achter dikke gordijnen, rook, grendels en maskers?
Waarom moet hij in het donker blijven? Denk je dat hij daar veilig is?
Waar is de ontvankelijkheid voor de pijlen des levens, ook die van cupido,
wat zo'n grote rol speelde bij de kleine jongen.
Ik kijk in de spiegel.
In mijn ogen voel ik hem huilen, kwetsbaar opkijkend tegen mij.
Waarom mag ik er niet meer zijn? Vraagt hij mij.
Omdat jij mij pijn doet, denk ik.
De kleine jongen kijkt mij slechts aan.
Ik kniel voor hem neer en neem hem in mijn armen.