Persisterende depressieve stoornis (voorheen: dysthymie) is een samenvoeging van dysthymie en de chronische depressie in de DSM-5.
Deze site gebruikt alleen functionele cookies.
Kijk voor meer informatie op onze
Privacy
pagina.
Persisterende depressieve stoornis (voorheen: dysthymie) is een samenvoeging van dysthymie en de chronische depressie in de DSM-5.
De persisterende depressieve stoornis (PDS) is een relatief nieuw ziektebeeld beschreven in de DSM-5, het handboek voor psychische aandoeningen.
PDS is een samenvoeging van de vroegere ziektebeelden dysthymie en de chronische depressie.
Deze vorm van depressie kenmerkt zich door een minder ernstige, maar wel langdurige depressie en is minimaal twee jaar aanwezig (Schene & Sabbe, 2016).
Het ziektebeeld van de persisterende depressieve stoornis is nauwelijks onderzocht en is minder bekend dan een 'normale' depressie.
Vroeger werd een dysthymie of een chronische depressie gezien als een onderdeel van iemands persoonlijkheid en niet als een variant van de depressieve stoornis.
Mensen werden hierdoor vaak veroordeeld tot het hebben van een 'sombere persoonlijkheid'.
Dit leidde vaak tot een zeer negatief zelfbeeld bij mensen met deze klachten.
PDS kenmerkt zich door een langdurige depressieve stemming. De diagnose persisterende depressie wordt gesteld aan de hand van de volgende symptomen (Spijker et al, 2013):
Hiernaast zijn er vaak twee of meer van de volgende kenmerken:
Om de diagnose persisterende depressie te stellen zijn er nog een aantal aandachtspunten. Gedurende de twee jaar is de persoon nooit langer dan twee maanden vrij geweest van de bovenstaande symptomen. Voor adolescenten en kinderen geldt hier niet twee, maar minstens één jaar (Schene & Sabbe, 2016).
PDS kan leiden tot dezelfde klachten zoals bij een „normale“ depressie.
Vooral interesseverlies en somberheid spelen een grote rol in het dagelijks leven.
Aanvullende symptomen kunnen per persoon erg verschillen.
De één kan bijvoorbeeld overmatig piekeren terwijl de ander lichamelijk onrustig wordt.
Het ziektebeeld is minder bekend dan een “normale” depressie.
Mensen met PDS kunnen denken dat de somberheid bij hun persoonlijkheid hoort.
Waarschijnlijk door de geringe bekendheid van het ziektebeeld en het gebrek aan wetenschappelijke informatie zoeken mensen met PDS vaak geen hulp.
Het handboek depressieve stoornissen onderscheid een aantal subtypen PDS (Schene & Sabbe, 2016).
Er is nog maar weinig onderzoek gedaan naar het voorkomen van PDS. Dysthymie kwam in de periode 2001-2003 bij ongeveer 1.5% van de Amerikaanse bevolking voor (Kessler et al, 2005). Een andere studie schat het voorkomen van dysthymie en chronische depressie op enig moment in het leven (lifetime prevalence) op 1 tot 6% (Schramm et al, 2020). Het is aannemelijk dat het voorkomen van PDS in de buurt van deze cijfers zal liggen.
De behandeling voor PDS is in grote mate hetzelfde als bij een "normale" depressie. Dit kan psychologische therapieën zoals cognitieve gedragstherapie betekenen, maar ook met medicijnen. Het is bij een depressie zeer verstandig om hulp te zoeken en te praten over je klachten. Je kan hiervoor terecht bij je huisarts, maar je mag ons ook bellen of een mailtje sturen.