Er is geen standaard verloop van een depressie, dit kan per persoon verschillen. In de praktijk onderscheidt men echter vier tot vijf stadia.
Deze site gebruikt alleen functionele cookies.
Kijk voor meer informatie op onze
Privacy
pagina.
Er is geen standaard verloop van een depressie, dit kan per persoon verschillen. In de praktijk onderscheidt men echter vier tot vijf stadia.
Het eerste stadium is het stadium van depressieve klachten. In dit stadium heb je nog niet alle symptomen zoals beschreven in de DSM-5 (een naslagwerk dat gebruikt wordt om psychische klachten te diagnosticeren), maar wel last van bijvoorbeeld somberheid of verminderde interesses.
Het volgende stadium is de eerste episode van de depressie. Tijdens dit stadium ben je somber en heb je minder interesse in de dingen die je leuk vindt. Ook kunnen angst- of paniekaanvallen en suïcidale gedachten opspelen. Dit hoeft echter niet, de symptomen kunnen per persoon verschillen. Wel is alles in deze fase is heel nieuw en kan het heel beangstigend zijn om bijvoorbeeld voor het eerst een paniekaanval mee te maken of aan de dood te denken. Hoewel dit als schokkend kan worden ervaren, hoort dit bij een depressie. Dergelijke gedachten zijn verre van leuk, maar wel ’normaal’ tijdens een depressie. Het is belangrijk dat je gaat praten over wat er in je om gaat, hoe moeilijk dit ook is.
In het derde stadium gaat de depressie vaak samen met redelijk goede en minder goede dagen. In dit stadium leer je langzaam steeds meer over jezelf en je depressie. Je raakt min of meer gewend aan de depressie en leert over de dingen die je wel en niet moet doen. Een kenmerk van een depressie in deze fase is dat het lijkt alsof het nooit over gaat. Tijdens de derde fase kun je dan ook erg last hebben van gevoelens zoals hopeloosheid, wanhoop en een gebrek aan perspectief. Toch ben je aan het leren en gebeuren er achter de schermen wel degelijk dingen. Het kost nu eenmaal tijd om de gedachten die zich soms al jaren in je hoofd afspelen te leren herkennen en om te buigen. Het kan zijn dat het langere periodes goed gaat en dat je vervolgens weer terug valt in een depressie. Dit is ontzettend vervelend, maar je hebt het al eens eerder meegemaakt. Vertrouw er ook nu weer op dat het goed komt.
Het vierde stadium is de chronische depressieve stoornis. Lang niet alle mensen met een depressie bereiken dit stadium. Volgens een studie uitgevoerd door Ten Have (2017) was er bij ongeveer 12 procent van de onderzoeksgroep na drie jaar nog geen herstel van de depressie. In deze fase heb je het gevoel dat je niet kunt winnen van de depressie. Het komt voor dat mensen in dit stadium geen andere uitweg meer zien dan de dood. Toch kun je van dit stadium herstellen en dagen hebben waarop je je goed voelt. In deze fase kan het helpen om te leren over thema's zoals geloof en wat het leven voor jou de moeite waard maakt. Je gaat onderzoeken wat voor jou wel en niet werkt. Dit gaat onvermijdelijk gepaard met ups en downs.
In het laatste stadium leer je omgaan met je depressie of herstel je zelfs volledig. Hoe dit er uit ziet is voor iedereen weer anders. Voor jou kan het bijvoorbeeld een doorbraak zijn wanneer je verteld over de trauma’s uit je jeugd of een minder stressvolle baan neemt. Herstel is dan ook zeer persoonlijk. Toch blijven er ook in dit stadium goede en minder goede dagen. De minder goede dagen kunnen soms erg doen denken aan de depressie en kunnen daardoor beangstigend zijn. Dit fenomeen noemt men „angst voor de angst“. Je bent bang om weer depressief te worden. Dit is een volstrekt normaal verschijnsel. Aan de andere kant mag je ook genieten van de goede dagen. Je hebt inmiddels heel wat levenservaring opgedaan en als het goed is weet je dat je niet alleen bent. Vertrouw er op dat het goed komt.